Coccidiën zijn geen wormen maar ééncellige, microscopisch kleine parasitaire protozoën. Bij mestonderzoek van van onze dieren worden vrijwel altijd coccidiën eieren gevonden. De meeste coccidiose infecties verlopen bij de dieren zonder verschijnselen maar kunnen ook ernstige, soms bloederige diarree veroorzaken. Na het doormaken van een coccidiose besmetting ontstaat een soortspecifieke immuniteit bij het dier. waardoor oudere dieren geen coccidiose meer krijgen. Deze oudere dieren vertonen dus geen diarree en groeien goed, terwijl ze nog wel veel coccidien kunnen uitscheiden. Jongere dieren die nog geen weerstand hebben krijgen hierdoor een grote infectiedruk te verwerken. Het zijn dan ook vaak de jonge dieren die bij een groep oudere dieren geplaatst worden die coccidiose krijgen. Problemen met coccidiose worden binnen op stal/in het hok maar ook buiten in de wei gezien.
Symptomen
Coccidiose komt vaak voor bij dieren van ongeveer 3 á 4 tot 8 á 12 weken oud. De dieren hebben diarree, eventueel met bloed gemengd of zwart van kleur, ze persen op de mest en hebben verschijnselen van buikpijn. Ook gebrekkige eetlust, niet willen drinken, sloomheid en lusteloosheid komen voor. De dieren kunnen uitdrogen, bloedarmoede hebben en zelfs sterven. Volwassen dieren hebben geen symptomen.
Levenscyclus
De cyclus is vrij ingewikkeld en kent een geslachtelijke en ongeslachtelijke vermeerderingsfase, en vindt zowel binnen als buiten het dier plaats.
Na opname van ontwikkelde coccidien via met mest bevuild voer of water, komen in de darm verschillende stadia voor die, afhankelijk van de soort meer of minder ernstige verwoesting van het darmslijmvlies veroorzaken. Met de mest uitgescheiden coccidien zijn zeer resistent en kunnen indien niet blootgesteld aan direct zonlicht of uitdroging, langer dan een jaar overleven!